StartpaginaOntslagOntslag op staande voet

Bij een ontslag op staande voet gaan alle remmen los. Een werknemer wordt van het ene op het andere moment uit zijn baan gezet en staat op straat. Ook andersom is mogelijk dat een werknemer ontslag op staande voet neemt. Er wordt geen ontslagvergunning gevraagd, de kantonrechter wordt gepasseerd en ook de opzegtermijnen worden niet in acht genomen.

Voor een werknemer is een ontslag op staande voet een drama en daarom stelt een rechter aan de geldigheid van een ontslag op staande voet zeer hoge eisen. Er moet sprake zijn van een reden die objectief en subjectief zo dringend is dat de arbeidsovereenkomst per direct en zonder opzegtermijn moet worden opgezegd. Hierbij moet een werkgever een afweging maken van alle relevante omstandigheden van het geval.

Tactisch is het zeer riskant om een ontslag op staande voet te geven. Een zeer groot probleem bij deze vorm van opzegging is dat een werknemer in dat geval geen recht heeft op een ww-uitkering. Voor de werknemer is dat een probleem omdat er op zijn hoogst recht is op een Wwb-uitkering en voor een werkgever is het nadeel dat een ontslag op staande voet daardoor het startschot vormt voor verschillende procedures. De werknemer zal dus wel moeten. Hierbij speelt dan ook nog eens dat een kantonrechter doorgaans niet enthousiast is over een ontslag op staande voet. In veel gevallen is een geregelde beeindiging dan ook te verkiezen boven een ontslag op staande voet.

Voor veel werkgever is een ontslag op staande voet echter een voorzet naar een geregelde ontbinding. De werkgever neemt het risico dat het ontslag nietig is maar calculeert in dat de werknemer geen zin heeft, geen geld of het procesrisico te hoog vindt om te procederen en maar akkoord gaat met een magere vergoeding.

Achterliggende probleem is dat een werkgever de noodzaak voor een ontslag op staande voet moet bewijzen en hij ook moet aantonen dat de dringendheid objectief en subjectief aanwezig is. Dat wil zeggen het moet voor de betreffende werkgever of werknemer dringend zijn maar dat moet ook voor buitenstaanders duidelijk zijn.

Overigens oordeelde de kantonrechter te Enschede onlangs dat een werknemer moest bewijzen dat er geen reden voor ontslag op staande voet was. Hij had met de tankpas van de baas voor 13.50 benzine getankt en was daarvoor op staande voet ontslagen vanwege verduistering. Het verhaal van de werknemer was volgens de kantonrechter zo vreemd dat hij zijn gelijk maar moest aantonen. Deze slaagde daar niet in en moest vervolgens ook nog eens extra schadevergoeding betalen aan de werkgever.

Een werknemer kan dus met de bewijslast worden opgezadeld op het moment dat de misdraging er wel erg dik op ligt en de werknemer niet op het eerste verzoek een deugdelijke verklaring kan aandragen.

Daarnaast is een dringende reden het sluitstuk van een afweging van alle omstandigheden van het geval. Het eten van een pinda kan een ontslag op staande voet rechtvaardigen maar als die pinda in keel verdwijnt van de werknemer tijdens zijn gouden jubileum wordt dat weer anders. De vraag of een werknemer een verwijt gemaakt kan worden vormt een onderdeel van deze afweging maar ook de vraag hoe lang de werknemer al in dienst is.

De wet noemt een aantal voorbeelden: geweld, diefstal, dronkenschap etc. Dat zijn dringende redenen. In de praktijk zijn nog veel andere voorbeelden te vinden. Van vechten tot het eten van een pinda. Laat U zich dus altijd van te voren adviseren. In de horeca is al lang geleden uitgemaakt dat het regelmatig hebben van kastekorten nog geen bewijs oplevert van verduistering maar mogelijk in ieder geval wel onkunde. Dit kreeg een werkgever te horen die de medewerker had ontlagen wegens verduistering.

Een werknemer zal in de meeste gevallen de nietigheid inroepen van het ontslag op staande voet.

In dat geval wordt door of namens de werknemer gesteld dat de arbeidsovereenkomst niet is geeindigd. In een adem wordt daarbij gesteld dat de werknemer zich beschikbaar houdt voor overeengekomen werkzaamheden. Dat beschikbaar houden is nodig omdat een werknemer anders mogelijk geen recht heeft op loon. En werkgever moet daar snel op reageren omdat hij anders het risico loopt dat de arbeidsovereenkomst tot sint juttemis doorloopt en ook het loon tot sint juttemis moet worden doorbetaald.

Een werkgever zal in veel gevallen alsnog een ontbindingsverzoek moeten indienen. Hij vraagt dan om een ontbinding voor zover noodzakelijk. Een werknemer zal doorgaans een kort geding starten om het loon te vorderen en daarnaast een gewone procedure om duidelijk te krijgen dat het ontslag nietig is. Kortom een ontslag op staande voet kan binnen korte tijd leiden tot een tombola aan procedures. Tel daarbij nog eens op dat een werknemer ook op bestuursrechtelijk vlak ellende krijgt omdat zijn ww-aanvraag wordt afgewezen en hij ook nog een daartegen bezwaar moet maken. Gedurende die tijd zit een werknemer vaak ook nog eens zonder geld.

Geconfronteerd met een ontslag . Leg ons de zaak voor.


De meest gebruikelijke reactie is dat de werknemer de nietigheid inroept van het ontslag. Daarmee wordt bedoeld dat in strijd met het BBA geen ontslagvergunning is aangevraagd voor de opzegging. Deze nietigheid moet binnen zes maanden worden ingeroepen, daarna kan dat niet meer.

De nietigheid wordt vervolgens gecombineerd met de eis dat het loon moet worden doorbetaald. Een voorwaarde hiervoor is wel dat de werknemer aanbiedt te werken. Dit moet echt gebeuren omdat er anders geen recht op loon is. Uitzondering is als het al bij voorbaar duidelijk is dat de werkgever niet toestaat dat de werknemer aan het werk gaat. Het inroepen van de nietigheid zorgt voor flink wat onzekerheid omdat het mogelijk is dat de werknemer gelijk heeft. In dat geval loopt de werkgever het risico dat het loon met terugwerkende kracht moet worden doorbetaald. Tel uit het verlies als een werknemer na vijf maanden de nietigheid inroept en de kantonrechter na een jaar procederen oordeelt dat het ontslag op staande voet inderdaad ten onrechte was gegeven. Het wordt helemaal kostbaar indien men zich realiseert dat in zo'n geval ook aanspraak kan worden gemaakt op een vertragingsboete, wettelijke rente en processkosten en natuurlijk de eigen advocaatkosten.

De standaard reactie op het inroepen van de nietigheid is dan ook dat de werkgever na een ontslag op staande voet een 'voorwaardelijk' ontbindingsverzoek indient bij de kantonrechter. Voorwaardeljk wil zeggen dat aan de kantonrechter wordt gevraagd de arbeidsovereenkomst te ontbinden voor het geval en indien de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is beeindigd via het ontslag op staande voet. Op die manier kan de loonvordering worden beperkt. In veel gevallen wordt bij zo'n voorwaardelijke ontbinding de zaak in veel gevallen definitief geregeld. Het is niet standaard dat de kantonrechter akkoord gaat met zo'n voorwaardelijke ontbinding. Hij spreekt zich al uit over het ontslag op staande voet en een probleem is dat de ontbinding is gebaseerd op dezelfde feiten als het ontslag op staande voet. Als de kantonrechter het ontslag op staande voet niet zit zitten loopt de werkgever het risico dat de rechter de ontbinding ook niet ziet zitten. Zo'n situatie kost geld, vaak veel geld.



Hulp nodig

Wordt U geconfronteerd met een ontslag op staande voet. Neem contact op via ons helpformulier of bel of mail. Wij roepen voor U de nietigheid in van het ontslag en zorgen voor een zachte landing.


HelpImpressumLS Liber AdvocatenUw loonclaim is verstuurdUw ontslag op staande voet is verstuurd